14 januari overleed Wil Ehlen in zijn geliefde woonplaats Sittard. Wil Ehlen was een bijzonder en humorrijk man, die niet snel vergeten zal worden. Samen met zijn al even sociaal bevlogen en voetbalgekke echtgenote Annie Ehlen-Golsteijn was hij Wil Ehlen een bekend gezicht in de gemeenschap en de sport, voorop de voetballerij.
Wil Ehlen was een van de meest bekende gezichten uit de bekende Ehlen voetbalfamilie, waarvan o.a. ook Lei Ehlen (Ex Roda JC) en Rob Ehlen bekende ex-voetballer van o.a. SVN en EHC deel van uitmaken. Willem en Annie Ehlen-Golsteijn zijn onlosmakelijk verbonden met Almania Broeksittard. Het echtpaar stond op en ging naar bed met het roemruchte Almania, de uitgroeide ot een gebrip in heel Nederland. En dát meer dan een halve eeuw lang. Almania heel lang de talentensmidse van Sittardia en Fortuna Sittard bracht een hele reeks topvoetballers voor met Willy Dullens als de beste ooit. De tricoleres uit Broeksittard werden landkampioen, wonnen de districtbeker en waren erbij toen de hoofdklasse het eerste levenslicht zag. De naam Almania groeide uit tot een begrip in heel Nederland. Alle oudere generaties voetbalmensen spelers, bestuurders en supporters, ook in Parkstad, leerden hem kennen spraken altijd vol lof en respect over hem zoals ook over Wil’s grote liefde Annie, die de beste koffie op de Limburgse voetbalvelden maakte en serveerde. Het waren prachtige en memorabele tijden.
In 2013 fuseerde fuseerde Almannia met SSOC tot Sporting Sittard ’13. Willem Ehlen stond op de website van Sporting Sittard’13 altijd bij de ledenadministratie vermeld. Het was een eerbetoon. Want erelid Willem Ehlen werkte nooit voor de Sittardse fusieclub. Stiekem bleef Wil altijd hopen op de terugkeer van de naam Almania. Bij het 100-jarig bestaansfeest leek het even werkelijkheid te worden maar corona gooide roet in het eten. Van uitstel kwam tot zijn teleurstelling afstel.
Wil’s kinderen en kleinkinderen schreven een even treffend als indrukwekkende In Memoriam, dat ze voordroegen bij de afscheidsplechtigheid van Wil Ehlen.
“Mien leif vrouw! Maak dich toch neit zo druk!”, een veelgehoorde uitspraak van pap die we niet meer zullen horen. Pap werd op 27 mei 1935 geboren in Broeksittard, het dorp waar hij nagenoeg zijn hele leven heeft gewoond. Als de op een na jongste in een gezin met zes kinderen groeide hij in een beschermde omgeving op en had een onbezorgde kindertijd.
Na de basisschool volgde hij de MULO en op 18 jarige leeftijd ging hij eind 1953 aan de slag bij de Philipsfabriek in Overhoven. Daar begon hij als magazijnmedewerker. Iedere werkdag ging hij op de fiets naar de fabriek op twee kilometer afstand van het ouderlijk huis.
De vrije tijd werd o.a. gevuld met voetballen bij het roemrijke Almania waar hij tot z’n 28ste actief heeft gespeeld. Hij kon een aardig balletje trappen en schopte het tot het eerste elftal.
In 1955 werd pap opgeroepen voor de dienstplicht. Hij kreeg in Middelburg een administratieve opleiding en werd gelegerd op de kazerne in Ermelo, ver weg van het vertrouwde Broeksittard en het toeziend oog van de ouders. De dienstplicht heeft hij als fantastisch ervaren en foto’s uit die tijd bevestigen dat. Heel vaak hebben we samen gelachen als hij vermakelijk vertelde over zijn avonturen als dienstplichtig soldaat.Zo ging hij tijdens de opleiding in Middelburg met z’n dienstmakkers weleens naar het strand in Vlissingen. Hij liep bijna over van de binnenpretjes als hij vertelde over de meisjes in bikini die hij daar zag. Zoiets had hij nog nooit gezien!
In Ermelo was pap administrateur, in het militair jargon ‘admeur’ genoemd. Als administrateur was hij ook verantwoordelijk voor het invullen van de verlofkaarten. Dat invullen leek soms verdacht veel op creatief boekhouden. Daarmee had hij een stevige positie binnen de organisatie die hem veel voordelen en heel veel ‘militaire vrienden’ bracht. Geen wonder dat pap de dienstplicht fantastisch vond.
Na de dienstplicht pakte hij de draad weer op in het vertrouwde Broeksittard en ging weer aan het werk in het magazijn bij de Philips, ver weg van het mooie strand in Vlissingen. Het strand van Vlissingen werd snel vergeten toen opa bij de Philips oma leerde kennen. Het zakelijk oponthoud bij oma duurde steeds langer en tijdens pauzes waren ze vaker te vinden op een bankje op het fabrieksterrein. De klik was er en na een afspraak op de wereldberoemde Sint Joep markt in Sittard, sloegen de vonken over. De liefde groeide en bloeide en in 1963 stapte hij met oma in het huwelijksbootje.
De eerste jaren van het huwelijk woonde het echtpaar gehuurd in het idyllisch straatje ‘Achter de Kerk’. Daar werd het gezin uitgebreid met de geboorte van de zonen Bert en John. Met hard werken en met de zorg voor de kinderen kende het gezin de eerste jaren drukke, maar verder zorgeloze tijden. Achter het huis lag een grote wei en opa rende daar geregeld rondjes om fit te blijven en sprong dan ook over zelfgemaakte hindernissen. De dienstplicht zat blijkbaar nog goed tussen de oren. Toen de bewoonster van het naastgelegen café werd geconfronteerd met het beeld van de rennende en springende buurman in de wei trok ze bezorgd aan de bel. Ze dacht oprecht dat de buurman gek was geworden!
Begin jaren 70 werd, samen met de ouders van opa, in eigen beheer gebouwd in de Pastoor Mulderstraat. Daar zijn opa en oma blijven wonen. Met de bewoners in de straat had hij fijne contacten en met de mannen werd vaker gevoetbald op het veld of in de zaal.
Nadat de zonen Bert en John lid waren geworden van Almania begon voor opa een lange carrière bij de voetbalvereniging die meer dan een halve eeuw zou duren. Hij was jeugdleider en lid van het jeugdbestuur. Later maakte hij ook deel uit van het hoofdbestuur. Hij deed veel voor het voetbal en dat leverde hem in voetbalkringen de titel ‘Mister Almania’ op.
Ook was hij actief betrokken bij de organisatie van de wielerronde in het dorp die jaarlijks op Paasmaandag plaatsvond. Veel wielrenners die zich inschreven voor de wielerronde kwamen over de vloer. Hij vond dat prachtig. En wat stond hij te glunderen naast Leontien van Moorsel die de organisatie had weten te strikken voor het rondje om de kerk.
Alsof dat niet genoeg was organiseerde hij ook kien-avonden in het toenmalige café Heijnen. Zo bracht hij heel wat geld bijeen voor de wielersport en de voetbalclub in het dorp. Voor alle inspanningen binnen het voetbal en wielrennen ontving hij enkele onderscheidingen. De mooiste onderscheiding ontving hij in 2012 van burgemeester Cox, die hem de Speld van Verdienste van de gemeente Sittard/Geleen uitreikte.
Opa was een rustige goedlachse sportieve man. Plezier en humor stonden bij hem hoog in het vaandel. Hij hield van gezelligheid en daar hoorde ook een borreltje bij. Stress was hem vreemd, alhoewel ……
Ziekmelden was niets voor opa, maar op een dag meldde hij zich toch ziek omdat hij bij de ernstig zieke hond wilde blijven. Hij had een goede verstandhouding met de ziektecontroleur van de Philips en zag de controle aan huis met vertrouwen tegemoet. Maar toen er ineens een andere ziektecontroleur voor de deur stond sloeg het vertrouwen snel om in paniek!
Op de vraag wat er scheelde zei opa dat hij licht overspannen was. De controleur zag aan de gemoedstoestand van opa dat daar geen woord van was gelogen en schreef hem twee weken ziek thuis.
Bij feestjes en andere gelegenheden was opa altijd pico bello gekleed, meestal in een mooi pak. Daar voelde hij zich prettig bij. Het uitzoeken van kleding was de taak van oma, want daar had hij geen neusje voor. Op een gewone werkdag begin jaren 70, had opa eens zelf in de ochtendschemering de kleding uitgezocht waarin hij ging werken. Toen hij na die werkdag thuiskwam schrok oma zich een hoedje en zei met luide stem: “Mien leif Wil! Wie zuus dich oet!” Hij had het gepresteerd een fel oranje overhemd te combineren met een felrode stropdas. Wat zullen ze die dag bij de Philips geamuseerd hebben opgekeken van die bonte verschijning.
De opkomst van het massatoerisme ging aan het gezin niet voorbij. Met de auto werden eerst de Nederlandse en Belgische kust ontdekt. Later werd jarenlang de zomervakantie in Zwitserland gevierd. De vakanties waren mooie momenten waar iedere keer weer naar werd uitgekeken. Opa was dan vervuld van trots. Het was de beloning voor een jaar hard werken. Bij iedere vakantie werd eerst een stop gemaakt bij de Mariakapel aan de Broeksittarderweg. Met een kort gebed vroeg opa aan Maria om een mooie vakantie en een behouden terugkomst in Broeksittard, het dorp waar hij thuis was.
Toen de kinderen uit huis waren bleef hij actief binnen de voetbalwereld, en vakantiereizen werden vaak met familie en vrienden beleefd. Zwitserland en Oostenrijk waren de favoriete landen van opa. Ontelbare wandelpaden zijn daar onder zijn voeten voorbij gegaan. Tijdens vakanties in het Zwitserse Wengen werd vaak even gestopt bij ‘Staubbach-Bänkli’, een plekje met een prachtig uitzicht op het dal. Misschien wel het meest bezochte plekje van opa in het buitenland. Een foto van Staubbach-Bänkli is opgenomen in de binnenzijde van het gedachtenisprentje.
Dichter bij huis werd ook veel gewandeld. Met Duitse herder Ajax, en later met Husky Nattia, heeft hij heel wat wandelschoenen versleten. Hij zei weleens lachend dat hij met de honden in totaal toch zeker een keer om de aarde was gelopen. Dat zou zomaar kunnen kloppen.
Bij Philips had opa zich opgewerkt binnen het logistiek management en op 55 jarige leeftijd kon hij met een mooie regeling vervroegd met pensioen. Opa heeft altijd met heel veel plezier bij de Philips gewerkt. Bij zijn 25 jarig jubileum omschreef hij dat als volgt: “Ik ga altijd met plezier naar m’n werk, maar ik ga met nog meer plezier weer terug naar huis!” Dat was opa ten voeten uit.
Er kwam geen zwart gat nadat hij gestopt was met werken. Hij deed nog meer voor de voetbalclub en hij bleef veel wandelen. En met de komst van de kleinkinderen Daphne, Vincent, Mika en Kayleigh werd het alleen maar drukker. Oppassen op het kroost vond hij fijn en het hield hem jong. Opa genoot met volle teugen als hij met de kleinkinderen en de hond erop uit kon gaan, vaak in het natuurgebied de Schwienswei, dicht bij huis.
Het gouden huwelijk werd heel bewust in kleine kring met kinderen en kleinkinderen gevierd. Met een mooie viering in de kapel van het klooster in Broeksittard heeft de familie een intens warme dag beleefd die door de eenvoud als bijzonder indrukwekkend werd ervaren. Jaren later kreeg hij er nog een titel bij. Naast ‘Mister Almania’ en ‘Opa’ werd hij ‘Overgroot opa’ van Milo en Nola. Hij kon z’n geluk niet op.
Met het ouder worden kwamen de fysieke ongemakken. Heupoperaties, huidkanker en het almaar afnemend gezichtsvermogen waren grote spelbrekers waardoor hij noodgedwongen gas moest terugnemen. Uiteindelijk werd opa volledig afhankelijk van de zorg van oma en kwam bijna niet meer uit huis. Met moeite kon hij nog een paar keer naar de dagbesteding. Als het lukte nam John hem mee naar café Dwaas nabij de markt voor een kopje koffie en de gezelligheid.
Na een Corona besmetting die hij ternauwernood overleefde, volgde een zwaar jaar met ziekenhuisopnames en revalidatie. In november 2022 ging opa naar zorgcentrum de Lemborgh, in Sittard. Thuisblijven was geen optie meer. Zijn wereld werd met de tijd steeds kleiner. Toch bleef hij bij de tijd. Het nieuws en de sport werden nauwgezet gevolgd. Ook keek opa uit naar de dag dat hij 60 jaar getrouwd was met oma. Met een bescheiden feestje hebben we dat nog mogen vieren.
De laatste weken van zijn leven werd hij stiller en stiller. Hij was klaar met het leven en op 14 januari ging hij, in het bijzijn van oma, rustig van ons heen. “Mien leif vrouw! Maak dich toch neit zo druk!”, een uitspraak die we gaan missen.